De strategie van Woord en Daad
In de vorige blog is ingegaan op valutarisico’s en op strategieën om hiermee om te gaan. Op de eerdergenoemde Partos bijeenkomst, presenteerde Arnold van Willigen de aanpak die Woord en Daad hanteert.
Woord en Daad heeft haar inkomen hoofdzakelijk in euro’s, dus valutarisico’s aan de inkomstenkant zijn beperkt. Anderzijds betaalt ze haar contracten met partner organisaties in lokale valuta. En dat heeft vele voordelen:
- Er is een transparante audit-trail. Het plan en het budget, het contract, de betalingen, de rapportages zijn allemaal in dezelfde lokale valuta. Dat bevordert de herkenbaarheid en traceerbaarheid van de cijfers in de hele keten.
- Er is minder kwetsbaarheid voor frauduleuze handelingen. Alle rapportages zijn in dezelfde valuta, er kunnen geen frauduleuze handelingen plaatsvinden door omrekeningen en door wisselen buiten de officiële kanalen om.
En: Woord en Daad hanteert een eigen strategie, waarbij de valutaresultaten middels een apart valutarisico fonds worden gecompenseerd. Het principe is heel simpel: stort alle positieve valutaresultaten in een fonds en onttrek alle negatieve valutaresultaten uit datzelfde fonds. En bewaak het saldo. Op deze manier worden projectbudgetten niet geraakt door koersverschillen waar je geen invloed op hebt en weet een partner van te voren op welk vreemde valutabudget gerekend kan worden.
Het klinkt simpel en het principe is ook simpel. Maar er zijn natuurlijk belangrijke factoren om rekening mee te houden.
Feitelijk is dit fonds een soort ‘Eigen risico’ verzekering tegen valutarisico’s. Voor het instandhouden en versterken van het fonds wordt een ‘premium’ als opslag gehanteerd bij projectvoorstellen. Dit betekent dus dat dit risico heel zichtbaar wordt gemaakt en deel uitmaakt van de onderhandelingen of gesprekken met back-donoren. Bovendien wordt het fonds versterkt door deze premiums. Een aantal jaren is op deze manier geld toegevoegd aan het valutafonds. De laatste jaren is de buffer op peil en houden verliezen en winsten elkaar in evenwicht.
Omdat Woord en Daad niet onbeperkte koersverliezen kan nemen, committeert ze zich altijd voor maximaal één jaar aan de projectverplichtingen. Daarmee weet de partner altijd voor het hele jaar waarop hij kan rekenen en waarmee hij kan budgetteren.
Iedere maand worden de gerealiseerde en niet-gerealiseerde valutaresultaten gerapporteerd en geanalyseerd in een PowerBI omgeving. Daarmee blijft Woord en Daad de stand van het fonds voortdurend monitoren om verrassingen te voorkomen.
Door deze aanpak hebben partners niet te maken met tussentijdse aanpassingen van hun jaarbudget en hun jaardoelstellingen en indicatoren. Het brengt ook rust in het project, omdat niet voortdurend (bij iedere betaling) onzekerheid is over het feitelijke bedrag waarop iedere keer geacteerd moet worden.
Woord en Daad heeft inmiddels geruime tijd ervaring met dit model. Daaruit blijkt dat het goed mogelijk is om op deze manier de koersrisico’s te beheersen. Op langere termijn worden ook de grote koersschommelingen (zoals tijdens de kredietcrisis) weer gecompenseerd. Daarnaast wordt het als een positief neveneffect gezien dat het koersrisico expliciet wordt gemaakt, ook in gesprekken met back-donoren.
Zijn er ook kanttekeningen? Die zijn er, in het verlengde van de eerder genoemde kenmerken. Omdat er geen financiële instrumenten worden ingezet om het risico te limiteren, loopt Woord en Daad zelf het risico. In een instabiele markt gaat het dan al snel om grote bedragen. Daarom is een forse financiële buffer alsmede tijdige en nauwkeurige monitoring noodzakelijk. Door de jaarlijkse aanpassingen van de commitment, hebben partners van meerjarenprojecten uiteraard nog wel degelijk een mate van onzekerheid over de financiering van langlopende projecten.
Tot slot een aantal ‘lessons learned’:
- Reflecteer op valutarisico’s en bepaald strategische uitgangspunten (beleid);
- Besluit welke risico’s je wilt en kunt nemen;
- Neem zowel impactrisico, als financieel en frauderisico mee in de afweging;
- Hedging kan behulpzaam zijn als je niet goed kunt compenseren tussen valuta’s;
- Een eigen fonds vereist een bepaalde financiële buffer (die past bij de exposure) en een mandje met diverse valuta’s;
- Integreer het valutarisico in de kostenstructuur van projecten;
- Heroverweeg het beleid van tijd tot tijd, maar opereer consistent als markten heel beweeglijk zijn;
- Maak gebruik van externe expertise, maar houd het ook simpel;
- Maak onderscheid tussen inflatierisico (die gebudgetteerd kan worden) en valutarisico (die wordt gecompenseerd uit het fonds)
- Het enige slechte valutabeleid is geen valutabeleid.
Deel dit artikel: